Een groepje van dertien renners beslisten al heel vroeg de wedstrijd. Daarbij de ‘nieuwe Limburger’ Andreas Goeman die vanuit het verre Oost-Vlaanderen naar Kozen is verhuisd. Hij heeft meteen zijn visitekaartje afgegeven door in Kortessem zijn eerste zege te behalen.
Andreas Goeman? Voor zij die de koers niet echt op de voet volgen mogelijk een onbekende naam. Maar deze knaap, die een meisje uit Stevoort leerde kennen en voor de liefde naar het mooie Limburg verhuist, is iemand die een aardig stukje kan fietsen. Hij begon destijds als een beloftevolle veldrijder om nadien drie seizoen bij Tarteletto-Isorex in het continentale circuit tussen de profs te koersen. Twee profoverwinningen staan op zijn palmares: een rit in de ronde van Belgrado en de slotrit in de Ronde van Iran. Allebei in de spurt. Dus sprinten kan hij. Dat toonde hij nu ook in Kortessem door met ruim verschil zijn twaalf medevluchters te verslaan.
“Omdat ik bij de profs mijn brood niet meer kon verdienen, zette ik een stapje terug”, aldus de 24-jarige nieuwe Kozenaar.
Iemand waar alle clubs met eliterenners toch interesse zouden moeten voor hebben! En toch rijdt hij in een individuele trui rond. “Bewust”, verrast hij. “Ik wil nu vooral voor het plezier koersen en aan niemand verantwoording moeten afleggen. Ik rijd nu waar en wanneer ik wil. Als je bij een club bent kan dat niet. Mijn huidige werkgever ‘fietsen Gaethofs’ ondersteunt mij materieel en dat volstaat voor mij. Als ik dan zoals hier eens een koersje kan winnen doet dat enorm veel deugd. Dit is mijn eerste van het seizoen. De laatste keer dat ik mocht juichen was in oktober ’22 in Iran. Het mocht dus nog wel eens.
Komt dit in Het Belang van Limburg? Tof! Hopelijk gaan ze me hier snel als één van hen beschouwen,” glundert Andreas.
Sven Noels, elke seizoen goed voor nogal wat overwinningen, werd tweede. “Eindelijk. Mijn beste prestatie dit jaar was een 9de plaats. Maar ik kom elk jaar pas rond de maand mei, als de zon er is, aan de oppervlakte. Hier winnen was mogelijk al ben ik niet echt een spurter. Daarom begon ik van heel ver in de hoop de anderen zo te verrassen. Met de wind in de rug bestond die kans. Maar Goeman kloppen bleek te hoog gegrepen.”